Ouders worden tijdens de opname van hun baby geconfronteerd met veel medische termen, ook wel medisch vakjargon genoemd. In dit woordenboekje worden de belangrijkste termen verklaard.
Snel even opzoeken
Anemie
Bij bloedarmoede of anemie zijn er te weinig rode bloedcellen aanwezig of is het hemoglobinegehalte in het bloed te laag. Hemoglobine is een rode bloedkleurstof die verantwoordelijk is voor het transport van zuurstof in het lichaam. Afhankelijk van het laboresultaat wordt er extra ijzer toegediend of is een transfusie met rode bloedcellen aangewezen.
Apnoe
Een apnoe is een ademhalingspauze. De baby stopt dan met ademhalen.
Beademen
De ademhaling wordt overgenomen door een machine. Dit gebeurt via een buisje dat door de luchtpijp naar de longen gaat, ook wel een luchtwegtube genoemd. De machine geeft drukken zowel bij het in- als uitademen.
BERA
Dit is een gehoortest waarbij gekeken wordt hoe de hersenen reageren op geluiden. Tijdens de test worden twee elektroden in elk oor geplaatst en één elektrode op het hoofdje.
BiPAP
De baby ademt spontaan maar de ademhaling wordt zowel bij het inademen als uitademen ondersteund. Tijdens het uitademen wordt er een positieve druk gegeven, zodat de longblaasjes niet dichtklappen.
Bradycardie
De hartslag is te laag.
Caffeïne
Medicijn om de baby te helpen doorademen.
CFM
Hersenmonitor waarmee de activiteit van de hersenen continu in de gaten wordt gehouden. Dit gebeurt via drie kleine elektrodes op het hoofdje. Het is een vereenvoudigde vorm van continue registratie van het EEG.
COS
Het COS is het centrum voor ontwikkelingsstoornissen. Dit centrum onderzoekt baby's, peuters en kleuters met een vermoeden van of een risico op een ontwikkelingsvertraging of -stoornis.
CRP
Waarde in het bloed die wijst op een ontstekingsreactie. Als deze waarde verhoogd is, is er misschien een infectie aanwezig.
Draagconsulent
Dit is een persoon die aanleert hoe je een baby op een veilige, comfortabele en ergonomische manier moet dragen. De consulent geeft ook informatie over de band tussen ouder en kind (de hechting).
ECG
Een elektrocardiogram registreert de elektriciteit van de hartspier om mogelijke hartafwijkingen of hartritmestoornissen op te sporen.
Echografie
Bij een echo wordt geleidende gel aangebracht op de plaats die onderzocht moet worden. Vervolgens gaat men met een klein apparaat over de plaats van onderzoek. Het echografietoestel zendt geluidsgolven uit die worden teruggekaatst (echo) en die worden omgezet in een gedetailleerd beeld op een beeldscherm.
EEG
Onderzoek waarbij de hersenactiviteit gemeten wordt via elektroden op het hoofdje. Het onderzoek is een meer uitgebreide versie van het CFM en duurt 15 minuten.
Fototherapie
Bij fototherapie of lichttherapie wordt de bilirubine in de huid afgebroken. Bilirubine is een geel gekleurde stof die vrijkomt in het bloed bij de afbraak van rode bloedcellen. De lamp met fel blauw of wit licht zorgt ervoor dat de bilirubine wordt afgebroken.
Hielprik
Bij de hielprik wordt een bloedafname gedaan waarbij het bloed opgevangen wordt op een kaartje. In het labo wordt het kaartje onderzocht op een aangeboren stofwisselingsziekte.
Hypoglycemie
De suikerwaarde in het bloed is te laag.
Infectie
Kiemen of micro-organismen vermenigvuldigen zich in het lichaam en richten schade aan.
Infuus
Dit is een zeer dun buisje, een katheter, die in een ader wordt geplaatst. Via dit buisje krijgt de baby medicatie, voedingsstoffen enz.
Kangoeroeën
Huid-op-huidcontact tussen de baby en één van de ouders. De baby wordt zonder kleding op de naakte huid van mama of papa gelegd en toegedekt met een warme doek. Door te kangoeroeën blijft de temperatuur van de baby op peil, ontspant hij zich en wordt zijn ademhaling rustiger.
MIC
Op de Maternal Intensive Care worden zwangere patiënten met een ernstige pathologie en zwangere of bevallen patiënten die doorverwezen werden uit andere ziekenhuizen, geobserveerd. Het verloskwartier en MIC zijn in de praktijk niet van elkaar gescheiden en vormen één afdeling.
Monitoring
De hartslag, ademhaling, temperatuur en bloeddruk ( = de vitale functies) worden 24 op 24 uur gecontroleerd. Er worden drie elektroden op de borst en buik geplaatst die verbonden worden met de monitor. Rond één van de handjes of voetjes wordt ook een sensor met rood lichtje aangebracht. Deze saturatiemeter meet de hoeveelheid zuurstof in het bloed.
nCPAP
De baby ademt spontaan. De ademhaling wordt ondersteund bij het uitademen, waardoor er minder kracht nodig is om te ademen. Tijdens het uitademen wordt een positieve druk gegeven zodat de longblaasjes niet dichtklappen.
NEC
NEC staat voor necrotiserende enterocolitis. Dit is een ernstige ontstekingsreactie in de darmen.
NICU
Een Neonatale Intensive Care Unit (NICU) is een ziekenhuisafdeling waarbij intensieve zorg wordt verleend aan te vroeg geborenen en ernstig zieke pasgeborenen.
NMR
Bij een NMR-scan wordt de baby in een half gesloten toestel gelegd waarin een magnetisch veld wordt opgewekt. Hiermee worden gedetailleerde beelden gemaakt van de hersenen en andere weefsels en organen.
Ontwikkelingsgerichte zorg
Ontwikkelingsgerichte zorg is erop gericht de baby te beschermen tegen voor hem onnatuurlijke omgevingsprikkels. Deze manier van verzorgen heeft een positieve invloed op de algemene ontwikkeling, in het bijzonder op de hersenen, die nog in volle ontwikkeling zijn.
pH-controle
Er wordt wat bloed afgenomen om te kijken hoe met het zuurstof- en koolstofdioxide gehalte in het bloed is. Dit vertelt of er een goede, efficiënte ademhaling is.
Pneumothorax
De long klapt dicht omdat er lucht naast de long zit. De bemoeilijkt de ademhaling. Via een drain moet de lucht uit de borstkast ontsnappen.
Prematuur
Kinderen die voor 37 weken zwangerschap geboren worden, noemen we prematuur.
Rooming-in
De ouders verblijven samen met de baby op een kamer in het ziekenhuis en zijn verantwoordelijk voor de zorg en voeding van hun baby.
ROP-screening
Tijdens dit onderzoek wordt gekeken of de ogen zich goed ontwikkelen. Bij de geboorte van een prematuur heeft een deel van het netvlies nog geen bloedvaatjes. Om te zien of de groei van de bloedvaatjes goed verloopt, worden de ogen regelmatig nagekeken door de oogarts.
RSV
RSV is een virus dat een veel voorkomende verwekker is van luchtweginfecties bij kinderen. Het is een zeer besmettelijk virus dat wordt overgedragen via speekseldruppeltjes bij het niezen of hoesten en via handen en besmette voorwerpen.
RX
Bij een röntgenfoto wordt een gevoelige plaat onder de baby geplaatst. Door een minimale dosis radioactieve stralen wordt een afdruk of foto gemaakt. De straling is niet gevaarlijk. Op de foto zijn de botten, buik, hart en longen goed zichtbaar.
Sondevoeding
De baby krijgt melk rechtstreeks in zijn maagje via een maagsonde. Een maagsonde is een buisje die via de neus of de mond tot in de maag gebracht wordt.
Surfactant
Surfactant is een stof die de rekbaarheid van de longen bevordert en de oppervlaktespanning in de longblaasjes vermindert. Hierdoor blijven de longblaasjes open bij het uitademen. Prematuren hebben vaak een tekort aan surfactant.
TPN
TPN is totale parenterale nutritie. De baby krijgt de nodige voedingsstoffen (suikers, eiwitten, vetten en vitamines) via een infuus rechtstreeks in de bloedbaan.