Een neonatologie (of neo) is een dienst waar baby’s verblijven die extra of specifieke zorg nodig hebben. Er bestaan twee soorten diensten, nl. N* en NIC.
AZ Sint-Jan
Ruddershove 108000 Brugge
Een neonatologie (of neo) is een dienst waar baby’s verblijven die extra of specifieke zorg nodig hebben. Er bestaan twee soorten diensten, nl. N* en NIC.
Een N* is een dienst voor pasgeborenen die wat meer zorg en bewaking vragen dan andere pasgeborenen. Deze groep heeft geen intensieve zorg nodig. Het gaat hier om baby’s die bv. te vroeg geboren worden (matig of laat preterm, > 32-36 weken), een laag geboortegewicht hebben (< 2500 gram) of te klein zijn volgens de zwangerschapsduur, een moeilijke start maken na de geboorte, enz. Elke Belgische kraamafdeling of materniteit beschikt over een N* functie.
Soms kan het zijn dat een baby intensieve zorg nodig heeft, dan wordt hij doorverwezen naar een NIC-dienst of dienst neonatale intensieve zorg.
Het kan zijn dat er zich tijdens de zwangerschap complicaties of problemen voordoen zoals vroegtijdige weeën of gebroken vliezen, aangeboren afwijkingen bij de baby, enz. In dat geval wordt de moeder, indien mogelijk, overgebracht naar een ziekenhuis met een NIC-dienst, zodat de bevalling daar kan plaatsvinden en de baby meteen kan behandeld worden. Dit verhoogt immers de overlevingskans van de baby.
Soms stelt de baby onverwachte problemen of is een transfer van de moeder niet meer mogelijk. Een gespecialiseerd team brengt de baby dan over naar een ziekenhuis met een NIC-dienst.
België telt 19 erkende NIC-diensten, verdeeld over Brussel (6), Vlaanderen (7) en Wallonië (6).
In Vlaanderen wordt één kind op tien (of 10%) opgenomen op een N* dienst. In Wallonië bedraagt dit één kind op zeventien (of 6%) levendgeborenen.
Ongeveer 4% van de Belgische baby’s wordt opgenomen op een NIC-dienst. In Vlaanderen wordt één kind op vierentwintig (of 4,3%) opgenomen op een dienst neonatale intensieve zorg. In Wallonië bedraagt dit 3,7% of één kind op zevenentwintig.
Er kunnen verschillende oorzaken zijn waarom een baby op neonatologie terechtkomt.
De meest voorkomende oorzaak is dat de baby te vroeg geboren is. Ongeveer één op drie opnames is te wijten aan vroeggeboorte. Ademhalingsproblemen zijn de tweede meest voorkomende reden voor opname. Het gaat hierbij om problemen met de longen, met de uitwisseling van zuurstof of een obstructie.
Verder zijn er nog verschillende andere redenen voor opname, waarbij laag geboortegewicht (<2500 gram) en problemen met de stofwisseling het meest voorkomen. Minder voorkomende redenen van opname zijn problemen met de bloedcirculatie, infectie, maag- en darmproblemen, aangeboren afwijkingen, neurologische problemen, zuurstoftekort bij de geboorte en evt. na een keizersnede.
Op de N* functie zijn doorgaans kinderartsen, vroedvrouwen, verpleegkundigen en evt. lactatiekundigen aan het werk. Op een NIC-dienst wordt dit team uitgebreid met neonatologen, psychologen, logopedisten, kinesisten, enz. Verder zijn er logistieke en administratieve medewerkers, sociaal werkers en een schoonmaakploeg werkzaam. De samenstelling van het team kan verschillen per N* en NIC-dienst.
Ouders worden tijdens de opname van hun baby geconfronteerd met veel medische termen, ook wel medisch vakjargon genoemd. In dit woordenboekje worden de belangrijkste termen verklaard.
Ondersteuning van ouders tijdens deze moeilijke en intensieve periode is van groot belang. De zorgverleners op neonatologie vormen het eerste aanspreekpunt voor ouders. Daarnaast kunnen ouders ook steun vinden bij lotgenoten. Ook de omgeving kan een ondersteunende rol opnemen, niet alleen tijdens de opname, maar ook als ouders naar huis gaan met hun baby. Aandacht dient verder te gaan naar zelfzorg van de ouders.